Loek van Asperen
PB Zegwaard 82
(fol. 1)
Rekeningh alsnoch gehouden ende over [gelevert] bij de weduwe van Cornelis Vranckez Bijl aen den amboochte van Zegwaert ’t gundt de voors. hooren zaliger man ontfangen mochte hebben ende weder ’t gundt daer jegens uuyt gegeven is [1576]
Eerst ontfanck
In den molenreekeninghe over de jaere 1500 een ende tseventich es meer ommegeslagen dan gegadert zoude worden over ’t molengelt alsdoen ende bij den zelven Bijll ontfangen belopende 39 £ 3 den.
In den reeckeninghe van den Buytenwech de anno 1500 drie ende tseventich es oock meer ommegeslaghen ’t gundt schoudt Bijll zaliger ontfangen hadde belopende 36 £ 5 stuvers 8 den.
Voorts soe behoordt die weduwe van schoudt Bijll te betaelen die zomme van twaeleff ponden grooten Vlaems beroerende offcortinghe van den leninghe gedaen aen joncheer Adriaen van Swieten die welcke den zelven schoudt over gelevert zijn van Adriaen Jacob Arlewijnsz belopende alsoe die voors. twaleff ponden ter somme van 72 £ tot 40 grooten ’t stuck
Somma den geheelen ontfanck van den voors. penningen belopen tsamen ter zomma van 147 £ 6 stuvers
Uuytgegeven jegens der voors ontfanck
Cornelis Vranckez Bijll zaligher heeft Dirck Govertsz Zeylmaicker tot Rotterdam die zomma van 24 £ 10 stuvers
Den voorn. Cornelis Vranckez Bijll es noch van den amboochte voors. toegeleijd de somme van sestien ponden grooten vlaems ende dat over seeckere diensten ende anderssins den amboochte bewesen waer off in zeecker ruytercedulle betaeldt es op reeckeninge vijftich gulden also hier de reste beloopende 46 £ (?)
Ende soe den voors zaligher schoudt noch geconsenteert was vrij een vierluick van een steek van zijn huysen van de steeck van thyen gulden, voorts van de steeck van negen gulden 10 stuyvers noch van de sestien stuyvers op ten steeck mitsgaders van twe gulden sestien stuyvers opte steeck, belopen voor ’ t selve vierlinck van alle de voors steecken tsamen 4 £ 14 stuyvers
Compt ende alsnoch volgende specificatye van een cedulleken bij den voors zaliger schout verbeyt ende verdiendt zulcxs gestelt zijnde in een boecktgen ofte registerken belopende die zomme van vijftich gulden ende acht stuyvers daer op betaelt es bij Willem Dircxz Schoudt ende Jan Jacob Jansz an handen der voors Bijll vijftien gulden ende achtien stuyvers ende soe die affgetogen blijft zuyvers ende die weduwe competeert over dies 35 £
Compt ende alsnoch zaliger schoudt Bijll over schrijven van zeeckeren copien volgende een billetgen dat men hier overlevert 14 stuyvers
Ende alsoe Cornelis Vranckez Bijll zaliger veel moeyten gedaen heeft indt vervorderen der steecken zoe hier voors. ommegeslagen es dien hij gecollectreert ende soe veel mogelijck is inegefurdert heeft gants ende geheel nyet toegeleyt en zoude wesen daeromme den voors. zaliger Bijll ende zijn weduwe over dies nu alhier zulcxs inbrengt waeromme den amboochte de weduwe over zulcxs voor haer zaliger mans moeyte gelieven zullen thoe te leggen ’t gundt nae redenen behoort; de amboochte ofte de gedeputeerden van dien hebben de weduwe toegeleyt die zomme van
Ende es de weduwe betaelt van haer moyten van den drie reysen van de steecken ende van ’t ingaderen van de vierde steeck es haer toegeleyt 4 £
Ende alsoe het dingboock van zaliger Cornelis Vranckesz Bijl in zijnen leven schoudt van Zegwaert den amboocht overgelevert es ende die boeten daer inne begrepen over de helfte van dies ’t welck haer bij reeckening toegeleyt es beloopt ’t welck hier gesteldt wort over des weduwen porthien voornoemt t’samen es geresolveert in de plaetse van vier ende dortich gulden ende vier stuyvers dat de weduwe voor haer ende haer erffgenamen hebben zall eens dortich gulden alsoe 30 £
Voorts soe heeft de weduwe noch ontfangen 12 gulden van Adriaen Cornelisz weegen daer off zij den amboochts molenaer betaelt heeft blijckende bij quytantie acht gulden blijft zij ten achteren 4 gulden; mede zoe heeft de weduwe van schout Bijll noch ontfangen een brieff ende compt over ‘t besegelen van een 32 stuyvers
Voorts soe blijft die weduwe bij eenen ende sloeten van dese reeckening schuldich 28 stuyvers
Alsoe dese tsamen overgeleyt den ontfang jegens den uuytgeeff blijft de weduwe van schout Bijllen tsamen schuldich zeven gulden
Aldus gereeckendt ter presentie van Jan Jacob Jansz amboochtsbewaerder, Jan Harmonsz , Corrnelis Dirck Joosten, Cornelis Michielsz, Lendert Jan Pieren, Jan Aelwijnsz scheepmaker tot kennisse hem gewoonlijcke hantschrift hier onder gesteld op ten 1e dach january 1500 sessentseventich stylo communi ende was onderteyckent aldus bij mij Jan Jacobsz, Jan Harmonsz, Cornelis Dircxsz, Cornelis Michielsz, Lenert Jan Pieren, Jan Aelwijsz Scheepmaecker