Oud Soetermeer Sinds 1949

Al bijna 75 jaar doet onze vereniging onderzoek naar de geschiedenis van de stad. Publicaties, tentoonstellingen, andere manifestaties en het behoud van erfgoed zijn daarvan het resultaat.

(Piet Drapers)

In 1947 werd er een volks- en beroepsteling in Nederland gehouden. Daaruit weten we dat Zoetermeer toen 6.189 zielen telde. Daarvan behoorde 36,8 % oftewel 2.247 personen, waaronder 422 vrouwen, tot de beroepsbevolking.Onder de lezers van dit artikel zijn er misschien die in 1947 geteld zijn en zelfs al tot de beroepsbevolking behoorden. Wellicht kunnen zij zich de volkstelling nog herinneren, maar het is bijna zeker dat zij nog beelden op het netvlies hebben van de troonsbestijging een jaar later, in 1948, door koningin Juliana.

Koningin

Koningin Wilhelmina werd als meisje van achttien jaar in 1898 tot koningin gekroond. Zij was de eerste koningin van Nederland, want haar voorgangers waren de koningen Willem I, II en III. De laatste was dus haar vader. Haar moeder was Emma van Waldeck Pyrmont, die na de dood van Willem III regentes was tot 1898. In weinig geschiedenisboekjes staat dat we een koningin kregen omdat haar drie halfbroers, zonen uit het huwelijk van Willem III met zijn nicht Sophia van Württemberg, overleden waren voordat Willem III stierf in 1890. Zoon Willem overleed in 1879, Maurits, op zesjarige leeftijd, in 1850 en Alexander in 1884.

Tentoonstelling

Na vijftig jaar koningin te zijn geweest deed Wilhelmina op 4 september 1948 troonsafstand en werd opgevolgd door Juliana. In de Zoetermeerse feestgids lezen we dat er ‘feestelijkheden zijn ter gelegenheid van de herdenking van het 50-jarig regeringsjubileum van H.M. de koningin, de 68ste verjaardag van H.M. de Koningin en de 300 jarige Vrede van Munster’. Op 31 augustus, 1- en 2 september vonden er volksspelen en optochten plaats, werd een openluchtspel opgevoerd en er was natuurlijk tot slot vuurwerk. Van 1 tot en met 4 september was er een tentoonstelling in het gymnastieklokaal van het Spaarbankgebouw.

De tentoonstelling was een overweldigend succes. In het programmaboekje is vermeld dat de tentoonstelling vier ‘afdelingen’ bevat: een agrarische afdeling, een afdeling grootbedrijf, handel en industrie, een afdeling detailhandel en ambacht en een ‘geschiedkundig overzicht van de 50 achter ons liggende jaren, van wat gebouwd is of verdwenen en wat op geestelijk en cultureel gebied is ontstaan’.

Bijna tweederde van de Zoetermeerse bevolking, 4.000 personen, bezocht de tentoonstelling. Dat smaakte naar meer. De heren Nieuwenhuijsen en Veldhuizen, namen mede op verzoek van burgemeester Vernède, het initiatief om daar vorm aan te geven.

Oud Soetermeer

De initiatiefnemers kwamen op 8 september 1948 bijeen met de heren Groenewegen, Lamens en Schans. Er werd een achtkoppig comité gevormd. Eén van de eerste besluiten van het comité was een vereniging op te richten met de naam “Het Historisch Genootschap” en de oprichtingsvergadering te houden op 12 januari 1949 in restaurant “De Jonge Prins” in de Dorpsstraat. De burgemeester liet niet alleen met zijn aanwezigheid op deze vergadering blijken de oprichting van een historische vereniging toe te juichen. Hij stelde voor het genootschap ook een naam te geven waardoor het voor een ieder duidelijk zou zijn dat het een Zoetermeerse vereniging betrof. Zo werd tijdens de oprichtingsvergadering de naam definitief vastgesteld: “Het Historisch Genootschap Oud Soetermeer”.

De oprichters van de vereniging lieten geen kans onbenut om een goede relatie met de gemeente op te bouwen. De burgemeester werd tijdens de oprichtingsvergadering benoemd tot beschermheer en er werd besloten dat het gemeentebestuur twee bestuursleden zou aanwijzen.

Voorzitters

Over een periode van bijna 75 jaar heeft de vereniging elf voorzitters gehad.

Een van de initiatiefnemers, H. Nieuwenhuijsen was ook de eerste voorzitter van de vereniging (1948 – 1952). Hij kwam uit Amsterdam, waar hij ook de opleiding voor onderwijzer had gevolgd. In Zoetermeer was hij het hoofd van de School met de Bijbel in de Dorpsstaat. Zijn zoon, die nog in Zoetermeer woont, weet nog dat zijn vader vele functies op kerkelijk en politiek gebied vervulde. Zo was hij ouderling van de Gereformeerde Kerk en voorzitter van de Anti Revolutionaire Partij.

Voorzitter Nieuwenhuijsen werd opgevolgd door K.P. Janse, die ook tot de oprichters van de vereniging in 1949 behoorde. Hij hanteerde de hamer van 1952 tot 1956. Janse was boer aan de Zegwaartseweg op de boerderij ’t Hof Remstee. Van 1973 tot 1978 was hij ook wethouder van de gemeente Zoetermeer.

De derde voorzitter (1956 – 1960) was J.C. Baxmeier. De heer Baxmeier woonde in de Dorpsstraat op nummer 39 en had daar ook een exclusieve meubelzaak. Hij was zelf binnenhuisarchitect en had ook vertegenwoordigers in dienst die met name op de Zuidhollandse eilanden klanten bezochten. Later liet hij aan de Delftsewallen 23/25 een nieuwe winkel bouwen. Hij was ook lid van de kerkvoogdij van de Hervormde Kerk.

Degene die meer dan twintig jaar als voorzitter leiding heeft gegeven aan de vereniging is J. van der Spek (1960-1982). Hij was de zoon van Pieter Jacobus van der Spek. Ter onderscheiding van zijn broers Arie en Leen, die in de boterhandel zaten – de Groene Spekken-, werd hij “de doctorandus” genoemd. Na de kweekschool in Rotterdam was hij in de periode 1932 - 1937 onderwijzer in Sliedrecht. Daarna ging hij in Den Haag bij het Centraal Bureau voor de Statistiek werken. In die periode studeerde hij in Leiden recht en geschiedenis, welke studie hij in 1955 afrondde. Hij heeft veel voor de vereniging betekend en dat is dan ook de aanleiding geweest tot het instellen door het Genootschap van de drs. Jan van der Spek prijs.

Van 1982 tot 1987 was H. Oskam de voorzitter. Hij werkte in Delft bij de Optische Industrie Delft, waar hij iedere dag op de fiets heen ging. Hij was zeer betrokken bij het wel en wee van de gemeente Zoetermeer. Zo was hij bijvoorbeeld van 1966 tot 1982 lid van de gemeenteraad en van 1975 tot 1978 wethouder. Hij zorgde voor de huisvesting in 't Oude Huis aan de Dorpsstraat 7.

C. van Wieringen volgde Oskam in 1987 op en hij bleef tot 1993. Hij was landbouwconsulent en adviseerde boeren en tuinders over hun bedrijfsvoering. Bijzonder is dat er over de familie Van Wieringen in de bibliotheek van het Genootschap een boek staat met de titel: Wyerings Erfgoed, door Theo van der Poel (2003). In dit genealogisch naslagwerk staat ook deze voorzitter vermeld.

De zevende voorzitter was Ronald Grootveld (1993 – 1999). Ver voordat hij de voorzittershamer ter hand nam, maar ook na die periode, kom je zijn naam tegen binnen het Genootschap. Bijvoorbeeld als lid van de werkgroep archeologie, als schrijver van boeken en als redactielid van ’t Seghen Waert. Hij was tot 2001 gemeentearchivaris van de gemeente Zoetermeer en werkt nu bij het Haags Gemeentearchief.

Na twaalf jaar verschijnt weer de naam Oskam als voorzitter van de vereniging. Van 1999 tot 2008 treedt Erris Oskam in de voetsporen van zijn vader. Hij was van 1982 tot 1998 ook gemeenteraadslid van Zoetermeer voor de Partij van de Arbeid en een aantal jaren wethouder. Vanaf 2008 leidde Fred van Puffelen als voorzitter de vereniging, in 2012 opgevolgd door Bert van Eken. Bert organiseerde de verhuizing naar het nieuwe pand van de vereniging, Dorpsstraat 132. In 2018 trad Jan de Ruiter in zijn voetsporen.

De eerste jaren

Natuurlijk werden in de statuten van de vereniging de doelstellingen opgenomen. We lezen: ‘het bevorderen van de kennis der geschiedenis in het algemeen en die van de gemeente Zoetermeer en het voormalige Zegwaart in het bijzonder’.

In de eerste decennia werden er met name lezingen en excursies georganiseerd. De eerste lezing was van kapelaan H. Duinisveld op 16 januari 1950 over de kerkelijke geschiedenis van Zoetermeer en Zegwaart. Daarna zijn er nog vele gevolgd en in zestig jaar zijn er zeker meer dan honderd van dergelijke bijeenkomsten gehouden. Wanneer de eerste excursie plaats vond is niet met zekerheid te zeggen, maar J. van der Spek maakt in het boek ‘Gebundeld Verleden’ uitgegeven bij het veertigjarig bestaan van de vereniging melding van een bezoek op 14 maart 1959 aan de Lakenhal te Leiden: ‘Deze unieke tentoonstelling van Leidens geschiedenis is ook voor Zoetermeerders interessant in verband met het beleg en ontzet van Leiden in 1574, waarbij Zoetermeer een belangrijke rol heeft gespeeld’.

Tot juli 1993 organiseerde het bestuur de lezingen en excursies. De omvang van de vereniging en het toenemende aantal activiteiten doen het bestuur dan besluiten een speciale commissie te benoemen. Vanaf dat moment is de Activiteitencommissie verantwoordelijk voor deze werkzaamheden.

Groei

Het aantal leden bleef de eerste veertig jaren beperkt tot een paar honderd. In 1983 waren het er minder dan 250. In het jaar van het achtste lustrum (1989) steeg het aantal van 450 naar meer dan 600. Anno 2014 beweegt het aantal leden zich rondom de 1300.

Met het stijgen van het aantal leden kreeg men ook de mogelijkheid het aantal en de soort activiteiten uit te breiden. In bestuurlijk opzicht betekende dit ook dat de organisatie onder het bestuur meer werd verbijzonderd. In de achterliggende jaren zijn er verscheidene werkgroepen en commissies opgericht en in 1989 leidde dit zelfs tot het onderbrengen van de museum activiteiten in een aparte stichting. In 1981 werd besloten om er voor te zorgen dat in het bestuur ook de werkgroepen waren vertegenwoordigd.

Huisvesting

Dat de activiteiten van het Genootschap de eerste decennia voor het grootste deel bestonden uit het organiseren van lezingen en excursies is niet verwonderlijk. Men had tot 1977 geen eigen onderkomen. In dat jaar kreeg het Genootschap de beschikking over het pand aan de Julianalaan, waar tot dan het politiebureau in was gevestigd. Men noemde het de “Oudheidkamer” en de eerste tentoonstelling ging over Zoetermeer in de periode 1900 – 1940.

In 1980 verwierf de Archeologische Werkgroep aan de Julianalaan een eigen expositieruimte, waar zij haar vondsten ten toon kon stellen. Deze werkgroep beschikte in de jaren 1981 - 1984 ook over de zolder van de kinderboerderij aan de Voorweg en daarna, tot 1986, over een schoollokaal aan de 5 Meistraat. Deze ruimten werden gebruikt om de vondsten te wassen, te sorteren en te plakken.

In 1986 betrok het  Historisch Genootschap Zoetermeer een groot deel van ‘t Oude Huis aan de Dorpsstraat. De mogelijkheden om daar ook tentoonstellingen te houden, waren beter dan aan de Julianalaan.

In het voorjaar van 1992 werd het pand door brand getroffen, waardoor het tot september gesloten moest blijven. In 2016 verhuisde de vereniging naar een eigen pand aan de Dorpsstraat 132.

Archeologie

Vanaf 1971 is een aantal malen gestart met een groepje dat zich bezig hield met archeologie. In dat jaar ging men enthousiast van start met diverse activiteiten. Zo bracht men bijvoorbeeld 21 locaties in Zoetermeer in beeld als toekomstig terrein van onderzoek. Tussen 1973 en 1978 leidt de groep een slapend bestaan, met uitzondering van een onderzoek onder leiding van G. Koek aan de Reguliersdam in 1976. Vanaf 1978 vind je de archeologische acties ieder jaar terug in de analen van het Genootschap. Op 2 oktober 1980 vindt de officiële oprichting plaats van de Archeologische Werkgroep Zoetermeer (AWZ).

In de verslaglegging van de werkgroep wordt melding gemaakt van ‘de mooiste vondst’ in de Dorpsstraat in 1982, namelijk een nagenoeg gave rijksdaalder, geslagen in Luik in 1569. Daarna zijn er vele opgravingen en onderzoeken geweest. Heel belangrijk is het onderzoek naar de ridderhofstede Palenstein dat in 1984 startte, maar dat vele jaren heeft geduurd. Over het onderzoek naar een overtoom bij de watertoren op de Reguliersdam verscheen in 1997 een boek ‘Over de Reguliersdam’. Latere onderzoeken richtten zich op de 13e-eeuwse bewoning van de Dorpsstraat en bijvoorbeeld een katholieke schuilkerk aan de Voorweg. Ook hierover verschenen publicaties. Door gewijzigde wetgeving mag de werkgroep sinds 2005 zelf geen opgravingen meer uitvoeren. De archeologische collectie, bestaande uit zo’n 2000 Zoetermeerse bodemvondsten, is overgedrage aan de provincie Zuid-Holland. Wel wordt nog geadviseerd op archeologisch gebied.

Genealogie

Eind jaren tachtig ziet de Genealogische Werkgroep Zoetermeer (GWZ) het licht. Deze groep zet zich in voor genealogisch onderzoek naar- en het verzamelen van familiegegevens van Zoetermeerse en Zegwaartse families. Inmiddels heeft men meer dan 200.000 namen van Zoetermeerders in een genealogische database opgenomen. Dat is heel veel en in de achterliggende jaren hebben dan ook heel veel mensen met Zoetermeerse voorouders er dankbaar gebruik van gemaakt tijdens de vele tientallen inloopavonden. De werkgroep houdt zich ook bezig met het verzamelen en rubriceren van diverse soorten familiedrukwerk, het onderzoeken en bewerken van allerlei basisdocumenten zoals doop- trouw- en begraafboeken en het ontsluiten van de notariële archieven van Zoetermeer en Zegwaart. Het gaat hier om activiteiten die binnen een historische vereniging niet gemist kunnen worden.

Oud schrift

In 2009 ontstond de jongste loot aan de verenigingsstam. Om serieus onderzoek in oude bronnen te kunnen doen is beheersing van oud schrift of paleografie noodzakelijk. Het handschrift van voor 1850 verschilt namelijk aanzienlijk van het tegenwoordig gebruikte. De Leesgroep Lastige Letters organiseert lees- en oefenavonden om de kennis van het oude schrift op peil te houden en te kunnen toepassen bij onderzoek.

Interviews

De Interviewgroep Sprekend Verleden is ontstaan doordat er in 1990 een aantal Zoetermeerders werd geïnterviewd over de Tweede Wereldoorlog. Men ging namelijk een tentoonstelling houden over het verzet in de jaren 1940-1945. Daarna kwam er een tentoonstelling over bakkers en weer gingen interviewers op pad om uit de mond van oudere, en nog in leven zijnde personen die tot die groep behoorden, hun verhaal op te tekenen.

Voordat de werkgroep opgericht werd, waren er ook al interviews gehouden. Veel er van zijn door de werkgroepleden achterhaald en op papier uitgewerkt. Zo heeft men bijvoorbeeld beslag weten te leggen op 49 videobanden van de Lokale Omroep Zoetermeer met interviews en zijn de interviews uitgewerkt die gehouden waren voor het samenstellen van het Zoetermeers Woordenboek in 1981. De ruim 200 interviews die tot in 2006 zijn gehouden, zijn grotendeels gepubliceerd in 't Seghen Waert en op de website.

Collectie

In 1981 werd Ronald Grootveld benoemd tot archivaris voor het beheer van de collectie. Met het betrekken van het Oude Huis kwam er ook meer ruimte beschikbaar voor het bewaren van documenten, foto’s, boeken, tijdschriften, kaarten, plattegronden en andere documentatie. In de loop der jaren is een steeds grotere groep zich daar mee bezig gaan houden.

In 2008 zijn alle films door de nieuwe Werkgroep beeld en Geluid, later de Filmwerkgroep gedigitaliseerd. Vervolgens zijn compilaties gemaakt van bepaalde onderwerpen en nieuwe films over onder meer 1000 jaar religie, de Sprinterlijn en een Wandeling door het Dorp.

De kaarten en plattegronden zijn gescand en in de loop der jaren ook alle (meer dan 20.000) foto’s. De oudste foto’s dateren uit het derde kwart van de 19e eeuw.

Er staan meer dan 1500 boeken in de bibliotheek die alle zijn opgenomen in de catalogus op de website. Daarmee beschikt het Genootschap over een zeer uitgebreide collectie over de geschiedenis van Zoetermeer en omgeving, die dan ook zeer regelmatig door geïnteresseerden in de geschiedenis van Zoetermeer wordt geraadpleegd. De belangrijkste onderdelen van de collectie zijn veilig opgeborgen in het Stadsarchief. In samenwerking met datzelfde Stadsarchief Zoetermeer is in 2012 de digitale beeldbank geopend, waarmee nagenoeg al het fotomateriaal van de vereniging te bekijken is.

Historisch Erfgoed

Op 13 oktober 2000 werd de Commissie Historisch erfgoed (CHE) opgericht. Deze commissie ontplooit activiteiten die er op gericht zijn de cultuurhistorische elementen in het Zoetermeerse straatbeeld te behouden.

In het eerste jaar van haar bestaan wist deze commissie de nodige successen te boeken, waarvan de belangrijkste waarschijnlijk wel is het behoud van de panden in de Dorpsstraat 109 en 111. De pogingen in dat jaar om de schoorsteen van Nutricia uit slopershanden te houden hadden geen succes omdat de schoorsteen door jarenlange verwaarlozing in zeer slechte staat was geraakt.

Op initiatief van de CHE werd in het najaar van 2001 de drs. Jan van der Spek Erfgoedprijs ingesteld. In 2002 viel aan de heer B. van den Heuvel de eer te beurt als eerste deze prijs in ontvangst te mogen nemen voor de restauratie van de boerderij aan de Voorweg 125.

In 2002 werd ook het eerste informatiebordje op een monument geschroefd. Op zo’n bordje staat historische informatie over het monument. Inmiddels treft men op vele tientallen Zoetermeerse monumenten deze informatie aan.

Op initiatief van wethouder Patrick van Domburg besloot de gemeenteraad in 2009 dat het wenselijk zou zijn om op belangrijke historische plaatsen in Zoetermeer informatieborden te plaatsen. Al een paar jaar eerder is een groot bord over de geschiedenis van de Dorpsstraat geplaatst tegenover Stadsmuseum ’t Oude Huis. Omdat de Dorpsstraat vroeger uit een Zoetermeers en een Zegwaarts deel bestond, is een identiek bord geplaatst in het Zegwaartse deel, bij lunchcafé De Zoetelaer. Het nieuwe besluit van de raad heeft inmiddels geleid tot de plaatsing van elf grote borden op diverse plaatsen in Zoetermeer met onderwerpen uiteenlopend van kasteel Palenstein tot de Koepelwoningen en van de Meerpolder tot Ontginningen.

Publicaties

De eerste voorzitter was ook de schrijver van het eerste boekje dat werd uitgegeven door het Genootschap. Hij schreef het in 1951 met als titel “Een wandeling door het dorp Zoetermeer”. In 1981 voelt voorzitter Van der Spek zich geroepen de pen weer ter hand te nemen. Hij is de redacteur van het Zoetermeers Woordenboek. In het boekje zijn ongeveer 250 Zoetermeerse woorden opgenomen en er staan teksten in met het Zoetermeerse vakjargon van de bakker, de slager en de veeboer.

Een constante stroom van publicaties komt pas echt goed op gang eind jaren tachtig met publicaties over kerken, historische straten, archeologisch onderzoek, herinneringen uit de Tweede Wereldoorlog en natuurlijk het jubileumboek “Gebundeld verleden” uit 1989 dat zelfs een herdruk beleeft in 1993.

De publicaties, sinds 1987 vaak ter gelegenheid van Open Monumentendag, zijn heel vaak tot stand gekomen dankzij een zeer gelukkige samenwerking met de gemeente Zoetermeer. Inmiddels zijn er meer dan veertig boeken en brochures verschenen. De jongste publicatie betreft de toestand van de dorpen Zoetermeer en Zegwaart na het ontzet van Leiden in 1574.

Vanaf juni 1982 verschijnt ook vier of vijf keer per jaar het verenigingsblad. In de beginperiode is het vooral een blad met min of meer officiële mededelingen voor de leden, hoewel in nummer 2 al een gedicht is opgenomen van J. Bolkenbaas dat begint met de regels: ‘Zoetermeer, mijn lief klein dorpje, jou heb ik een lied gewijd’.

Het blad draagt op de omslagen van de eerste nummers de titel ‘Oud Soetermeer’, maar in juli 1985 krijgt het zijn huidige naam, ’t Seghen Waert’. Ook het drukprocedé ondergaat in de loop der tijden wijziging. Het papier van de eerste jaargangen is van wat mindere kwaliteit, maar er verschijnen in de jaren tachtig wel foto’s bij de artikelen. De tweede aflevering van 1997 wordt voor het eerst gedrukt op glanzend papier, met een gekleurde omslag en met de mogelijkheid om afbeeldingen kwalitatief goed af te drukken.

De eerste computer doet in januari 1989 zijn intrede. In eerste instantie wordt hij benut voor de ledenadministratie en voor de registratie van vondsten van de Archeologische Werkgroep. Zo’n apparaat is echter ook nodig om een website in de lucht te brengen. Dat duurt dan nog wel een aantal jaren, maar in 1997 maken de werkgroepen Archeologie en genealogie er al melding van dat zij een informatiepagina op het World Wide Web willen. Er komt een notitie over de kosten en de opzet om voor het Genootschap een eigen site op Internet te maken. Vanaf 2000 is de site in de lucht. In 2011 is de website geheel vernieuwd en kwam in samenwerking met het Gemeentearchief Zoetermeer ook allezoetermeerders.nl in de lucht. Deze site richt zich op de historische onderzoeker en geeft toegang tot bronbewerkingen van archieven, indexen op namen en onderwerpen en steeds vaker bijbehorende scans van documenten. De registers van de burgerlijke stand en de bevolkingsregisters zijn al beschikbaar, andere bronnen, zoals de notariële akten, staan op de rol.

Samen met de gemeente Zoetermeer (Erfgoed en Gemeentearchief) en de Openbare bibliotheek is in 2013 de website Zoetermeermijnstad.nl gelanceerd. Deze richt zich op scholieren en geeft overzichtelijke en laagdrempelige informatie over de geschiedenis van de stad, de monumenten en de activiteiten van de bibliotheek en Oud Soetermeer.

Museum

In de oudheidkamer aan de Julianalaan werden tentoonstellingen gehouden, maar de ruimte was daar met dertig vierkante meter, zeer beperkt. Dankzij de voortvarendheid van de toenmalige voorzitter, Henk Oskam, kon in 1986 het Oude Huis betrokken worden, waar grotere tentoonstellingen plaats konden vinden.

Op 18 januari 1989 vond de oprichting plaats van de stichting Historisch Museum. Door deze verbijzondering zou het streven naar een professionelere aanpak een impuls krijgen en werden de mogelijkheden vergroot om subsidie van de gemeente te krijgen, onder andere voor het aantrekken van een conservator. De leden van het stichtingsbestuur werden benoemd door de vereniging.

In de loop der jaren groeiden het bestuur van het Genootschap en dat van de Stichting uit elkaar, met name omdat het museum een volledig zelfstandige koers wilde varen.

Dat de Stichting haar eigen koers wilde varen blijkt uit haar jaarverslag over 1997 van de Stichting, waar te lezen staat: “1997 was ook het jaar waarin ons bestuur zich het hoofd heeft gebroken over de vraag welke vorm en intensiteit van samenwerking tussen een historisch museum en zijn oprichter (een historische vereniging) goed is voor een professionele museumorganisatie. 1998 wordt dus in diverse opzichten een baanbrekend jaar. U hoort nog van ons”.

Nadat begin 1998 het bestuur van het Genootschap nog tracht een fusie tot stand te brengen tussen vereniging en stichting, gaat ook de gemeente zich in de discussie mengen. De wethouders Meulenkamp en Heidema laten aan het bestuur van het Genootschap weten dat zij voorstander zijn van ontkoppeling van vereniging en stichting. Niet toevallig zijn de argumenten van gemeentezijde ongeveer dezelfde als de argumenten die er in 1989 toe hadden geleid dat de Stichting werd opgericht: professionalisering en financiering middels subsidies. Voor het professionaliseren zijn ‘statutaire onafhankelijkheid en eigen beleidsruimte’ volgens wethouder Heidema noodzakelijk. Daarnaast laat hij weten dat in 1999 het museum alleen een subsidie kan krijgen middels de ‘zware variant’ en dat betekent meetbare prestaties, nauwkeurige toerekening van uitgaven en inkomsten aan de diverse producten en een eigen huurovereenkomst.

Op 6 mei 1998 wordt aan de leden van de vereniging gevraagd wat zij willen. En daar valt het besluit dat het Genootschap en de Stichting voortaan als zelfstandige entiteit door het leven zullen gaan.

Dat wordt ook aan wethouder Heidema medegedeeld. Deze neemt het initiatief om met de besturen van het Genootschap en de Stichting om de tafel te gaan zitten. Dat gebeurt op 6 juli 1998. Dan wordt de basis gelegd voor de toekomst, want “het Genootschap en het museum vervullen ieder een belangrijke taak voor de Zoetermeerse gemeenschap en zelfs daarbuiten. Beide instellingen vullen elkaar prachtig aan. Er zal een nieuwe vorm van samenwerking moeten worden gezocht”. Uiteindelijk komt er een samenwerkingsovereenkomst waarin vele zaken zijn geregeld, zoals de overlegstructuur, de huisvesting en het eigendom van de historische objecten.

Toekomst

In ruim zeventig jaar heeft het Historisch Genootschap haar eigen geschiedenis geschreven. In die periode werd het plattelandsdorp Zoetermeer een grote stad. Het Genootschap groeide mee en is niet meer weg te denken uit die stad. Het is een levende vereniging waar iedereen terecht kan voor informatie over het oude en het nieuwe Zoetermeer. Dat velen er gebruik van maken blijkt jaarlijks uit de duizenden bezoeken aan ons gebouw en de websites en de zeer vele vragen om informatie.

Een vereniging die zich bezig houdt met het verleden heeft ook wensen en plannen voor haar toekomst, want ook de komende tientallen jaren wil zij een vooraanstaande plaats innemen in de Zoetermeerse samenleving. Daar zal voor gezorgd worden door de vele actieve leden. In oktober 2016 verhuisde de vereniging naar het hart van de Dorpsstraat en betrok een eigen pand op nummer 132. Daar vinden sindsdien de activiteiten plaats en is veel ruimte voor presentaties en het ontvangen van bezoekers. Natuurlijk is en blijft er aandacht voor het verder digitaliseren van beeldmateriaal, archiefbronnen en de documentatieverzameling met vele krantenknipsels. Kortom: werken aan het zichtbaar maken van de historie van de Zoetermeerder!

Bronnen

  • Archief van het HGOS
  • Jubileumboek ‘gebundeld Verleden (1989)
  • Wyerings Erfgoed (2003)
  • Met dank aan: Mevrouw A. van der Spek, de heren N. Nieuwenhuijsen, P. Baxmeier, T. Vermeulen en R. Grootveld