Archeologie Daliegaten

De oudste bewoningssporen in Zoetermeer zijn zogenaamde daliegaten, kleiputten in het veen.

De oudste bewoners van Zoetermeer en Zegwaart hielden zich bezig met akkerbouw en veeteelt. Het veen, dat toen in deze omgeving de ondergrond vormde, was echter geen ideale bouwgrond. Om het veen te verrijken, vermengde men het met klei, die daarvoor speciaal werd opgegraven. Omdat het veenpakket soms wel vijf á zes meter dik was, was het opdelven van deze klei een hele klus. De overgebleven 'daliegaten' werden dichtgegooid met veen en huisafval.

Met het turfsteken, dat in Zoetermeer vanaf de veertiende en vijftiende eeuw in opkomst was, zijn veel resten van de oudste bewoning verloren gegaan. De daliegaten vormen nog de enige overblijfselen uit deze vroege periode, omdat deze in de klei zijn achtergebleven. Uit archeologisch onderzoek van enkele van deze daliegaten blijkt dat Zoetemeer misschien al in de tiende eeuw, maar zeker al in de twaalfde eeuw bewoond was.

In de zomer van 1985 werd een aantal daliegaten aangetroffen bij de aanleg van de Puinstort Noord-West. In 1991 werd een nieuwe serie daliegaten gevonden bij de uitbreiding van de Puinstort, tegenwoordig verborgen onder het Buytenpark. De bodem van de gaten vertoont zich als zwarte veenplekken in de klei.