Stadsgeschiedenis Groeikern

De gemeenteraad van Zoetermeer bood het Rijk in 1962 aan om als groeikern voor de bevolking van de Haagse regio te gaan functioneren. Een eigen en zeer ambitieuze ontwikkeling.

De dorpen Zoetermeer en Zegwaart werden op 1 mei 1935 samengevoegd tot één gemeente. De nieuwe gemeente had toen 4500 inwoners. Tot in de jaren zestig werd op kleine schaal nieuwbouw gepleegd voor de eigen bevolking. Hoe de gemeente dat sinds 1930 planmatig vormgaf is te zien in de Catalogus ruimtelijke plannen 1930-1965. De naoorlogse ruimteproblemen van het snel groeiende Den Haag leidden in 1962 tot het aanbod van Zoetermeer om als groeikern te gaan dienen. Het dorp van 10.000 inwoners moest groeien naar een stad van 100.000! Vanaf het begin was al duidelijk dat de nieuwe stad niet slechts een overloop voor Den Haag zou zijn maar dat Zoetermeer zelfvoorzienend moest worden. In razend tempo verdwenen de weilanden en akkers en verschenen de huizen. In 1991 werd de 100.000e inwoner verwelkomd.

De stad werd ingedeeld in afzonderlijke woonwijken, gegroepeerd rondom een te realiseren stadscentrum. De eerste paal voor de wijk Palenstein ging in 1966 de grond in. Deze wijk wordt voornamelijk gekenmerkt door hoogbouw. De wijk Driemanspolder werd gebouwd tussen 1966 en 1974. Hier staan de flats gegroepeerd aan de rand van de wijk rondom laagbouw. Meerzicht startte in 1969 en werd ongeveer met dezelfde ideeën als Driemanspolder gebouwd. Aan de rand van de wijk werd het grote Westerpark aangelegd. Bij de bouw van Buytenwegh en De Leyens vanaf 1974 werd de hoogbouw geheel losgelaten. Het bleek dat flats door de extra ruimte die daar omheen nodig was ongeveer net zoveel plaats in beslag namen als laagbouw. In 1975 startte men met de vierde wijk: Seghwaert. Hier werd weer wat hoogbouw toegelaten. Overigens is in deze wijk bij de aanleg nadrukkelijk rekening gehouden met de oorspronkelijke poldersloten en verkavelingen. Ook werden bomenrijen die rond voormalige boomgaarden stonden, evenals in Buytenwegh, in het stratenpatroon ingepast.

De Dorpsstraat raakte in de jaren tachtig zijn centrumfunctie kwijt door de aanleg van het nieuwe centrum: het Stadshart. Hier kwamen de centrale voorzieningen zoals het stadhuis, theater, winkelcentrum en vele andere voorzieningen. Helemaal in het noorden van de stad werd vanaf 1986 de wijk Noordhove gebouwd, gelegen aan de Zoetermeerse plas, die is ontstaan door zandwinning ten behoeve van de bouwactiviteiten. Aan deze plas ligt het Noord Aastrand. De eerste paal voor Rokkeveen (zo'n 25.000 inwoners) werd in 1987 geslagen. In 1992 werd hier de internationale tuinbouwtentoonstelling Floriade gehouden.

De nieuwste wijk Oosterheem is inmiddels verrezen in de Binnenwegsepolder. In 2000 ging ook daar weer een eerste paal de grond in. De aanwezige historische bebouwing is opgenomen in de nieuwe wijk. De wijk wordt ontsloten door een verlenging van de in de jaren (19)70 aangelegde Zoetermeer Stadslijn, beter bekend als de Sprinterlijn. Tegenwoordig heet de verbinding met Den Haag en Rotterdam Randstadrail.