Stadsgeschiedenis De gemeentewapens

Zoetermeer heeft als enige plaats in Nederland een gemeentewapen met drie meerbloemen. Het gebruik gaat terug tot de 17e eeuw. Zegwaarts wapen met de schuinbalken komt vaker voor.


Vanouds hebben steden in Nederland een wapen, waarmee ze zich onderscheiden van andere steden. Ook vele grotere plaatsen voerden al vroeg een wapen en in de 18e eeuw beschikten ook veel dorpen over een eigen herkenningsteken. De komst van de Fransen in 1795 maakte hieraan een voorlopig einde: vrijheid, gelijkheid en broederschap zorgden ervoor dat niet alleen de familiewapens van de grafstenen in de kerken werden afgebikt, maar ook dat de verschillende gemeenten en provincies de symbolen van de staat gingen gebruiken. Na de val van Napoleon ontstond in 1813 het Koninkrijk der Nederlanden. Koning Willem I riep alle steden en dorpen op om hun wapen door hem te laten bevestigen, of een nieuw te laten verlenen. Daarmee liet hij duidelijk merken dat de “oude tijden weerom” kwamen en bovendien bevestigde hij daarmee zijn positie als kersvers staatshoofd. Al spoedig stroomden de verzoeken binnen en dat waren er zo veel, dat de vorst de Hoge Raad van Adel, die hij in 1814 had ingesteld als adviescollege in adelszaken, ook belaste met de wapenaangelegenheden. De Raad bevestigde of verleende de wapens en doet dat heden ten dage nog steeds. 

Het wapen van Zoetermeer
De oudste afbeelding van het wapen van Zoetermeer is te vinden op een register van ontvangen landhuur uit 1784. Daarop is een schild met een kroon afgebeeld. Op het schild staan drie bloemen, met de stelen bij elkaar. Volgens een beschrijving uit 1798 zou dit een zilveren schild met drie korenbloemen zijn geweest. Het onderscheidingsteken voor de gemeentebode, de bodebus, laat in de 18e eeuw ook drie bloemen zien, die uit één punt uit de grond (of het water?) komen. Dat schild werd wel vastgehouden door twee leeuwen. Een fraai exemplaar van het wapen bevindt zich boven de bank van de ambachtsheer in de Oude kerk aan de Dorpsstraat. Zeer waarschijnlijk dateert dit schild uit de bouwtijd van de kerk (1785-1787) en heeft het de Franse revolutie overleefd. Johannes van Trigt, president van het plaatselijk bestuur van Zoetermeer, meldde de Hoge Raad van Adel in april 1815 dat Zoetermeer “van oudsher” beschikte over een wapen met drie meerbloemen op een zilveren veld, gedekt door een grafelijke kroon en met twee staande leeuwen als schildhouders. Hij stuurde een afdruk mee van het destijds gebruikte wapen en stelde dat de herkomst “waarvan de epoque zich wellicht in de oudheid verliest” hem geheel onbekend was. Wel probeerde hij de naam Zoetermeer te verklaren door de Zwiet die vroeger hier stroomde of door het inmiddels drooggemaakte Zoetermeerse Meer. Hij sloot zijn brief af met de opmerking dat het hem veel genoegen zou doen als Zijne Majesteit gunstig zou beschikken op het verzoek om behoud van het wapen, waarvan “deze gemeente welligt eeuwen in possessie is geweest”. Een week later stuurde hij nog een brief, met de mededeling dat op een afbeelding uit 1616 van het blazoen van de Zoetermeerse rederijkerskamer De Witte Meirbloem, een genootschap van dichters en kunstliefhebbers, de meerbloemen al voorkwamen. Van Trigt meende dat de rederijkers hun embleem in de 16e eeuw aan het wapen van Zoetermeer hadden ontleend en dat het gemeentewapen dus minstens zo oud was. De Hoge Raad maakte een aantekening bij de afdruk van het wapen “als Rijswijk” en uit het register van verleende wapens blijkt dat de leeuwen die het Zoetermeerse schild vasthouden, inderdaad dezelfde zijn als die van Rijswijk. Schildhouders waren in Zuid-Holland overigens zeldzaam; de meeste plaatsen voerden een kaal schild. Met het zilveren veld had de Hoge Raad blijkbaar meer moeite. In de heraldiek mag op zilver of goud alleen een kleur worden gebruikt, en dan hadden de meerbloemen blauw, rood, groen of bruin moeten zijn. Het lijkt er op dat voor gouden meerbloemen is gekozen, waardoor een zilveren veld onmogelijk werd: dat moest nu juist één kleur krijgen. In dit soort gevallen koos de Hoge Raad voor blauw en goud, de kleuren van de familie Nassau, welk familiewapen in 1815 ook het wapen van het Nederland werd. De stelen kwamen uit een zwarte grond en het wapen kreeg een kroon. De officiële beschrijving luidde: “van lazuur [blauw] beladen met drie bloemen en hunnen stelen, alles van goud op een terras van sabel [zwart]; ’t schild gedekt met eene kroon van goud en vastgehouden door twee leeuwen”. Blijkens de tekening hadden de leeuwen hun natuurlijke kleur. Gouden, rode of zwarte leeuwen waren ook mogelijk geweest. Op 1 mei 1935 werden de gemeenten Zegwaart en Zoetermeer samengevoegd tot de moderne gemeente Zoetermeer. Het gemeentebestuur verzocht eind 1936 om bevestiging in het gebruik van het wapen van de voormalige gemeente Zoetermeer. Anders dan bijvoorbeeld in Leidschendam, dat in 1938 uit Veur en Stompwijk ontstond, werd niet gekozen voor een combinatie van de wapens van Zoetermeer en Zegwaart. De Hoge Raad van Adel nam de kans waar om het wapen volgens de regels der kunst te beschrijven, en aan te passen: “In azuur drie gesteelde meerbloemen van goud op een grond van hetzelfde. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee paarlen. Schildhouders: twee leeuwen van goud, getongd en genageld van keel [rood]”. Wederom onderging het wapen dus een kleurverschuiving: de zwarte grond werd goud en de bruine leeuwen werden vervangen door gouden, met rode tongen en nagels. De wapentekenaar tekende drie rechte meerbloemen naast elkaar in plaats van komend uit één punt. De gemeente heeft echter nog tot laat in de jaren vijftig de oude afbeelding met de zwierige bloemen gebruikt.

Het wapen van Zegwaart
De oudste vermelding van het wapen van de gemeente Zegwaart dateert uit 1798: een blauw schild met drie schuine zilveren banen. Schoolmeester en amateur-historicus A. Brauckman ontdekte in 1915 dat de gemeente verzuimd had dit ooit officieel te laten vaststellen. Reden waarom het gemeentebestuur zich tot de koningin wendde met het verzoek om het “van oudsher” gevoerde wapen te bevestigen en tevens om te willen toestaan “dat het schild worde gedekt door eene kroon en geflankeerd door tenanten”. Bovendien verzocht het bestuur vanwege de geringe omvang van de bevolking van Zegwaart op grond van een koninklijk besluit uit 1818 om vrijstelling van te betalen rechten. Ook hier bleef de oorsprong van het wapen duister. Mogelijk is het terug te voeren op het wapen van ridder Willem van Egmond, die in de 14e eeuw kasteel Palenstein in de Dorpsstraat liet bouwen. Hij had ook een wapen met schuine balken, alleen waren die rood op goud. De Hoge Raad van Adel had geen bezwaren tegen de versiering van het wapen en adviseerde: “in blauw drie schuinbalken van zilver; het schild gedekt door eene gouden kroon van drie bladeren en twee parelpunten; schildhouders: twee gouden leeuwen, getongd en genageld van rood. De minister van Justitie gebruikte in de officiële beschrijving de heraldische termen azuur voor blauw en keel voor rood. Aldus adviseerde hij de vorstin en omdat Zegwaart minder dan 5000 zielen telde “zoude het Uwe Majesteit tevens kunnen behagen, haar [Zegwaart] vrijstelling te verleenen van de terzake verschuldigde taxe”. Zegwaart kreeg de wapenbevestiging gratis en snel: op de stukken staat tot twee maal toe “veel spoed”. Op 20 september kwam het advies van de Hoge Raad binnen en vier dagen later reeds ondertekende de koningin het besluit. Zou het te maken hebben gehad met het feit dat Zegwaart een nieuw raadhuis in gebruik wilde nemen? In ieder geval liet de gemeente trots het wapen met kroon en leeuwen in de gevel aanbrengen. De steen is na de sloop van het raadhuis verhuisd naar de voortuin van ’t Oude Huis aan de Dorpsstraat. Daar staat hij naast het oude wapen van Zoetermeer, eveneens afkomstig van een voormalig raadhuis. 

Vlag en logo
In 1965 stelde de gemeente Zoetermeer een gemeentevlag in. Deze was gebaseerd op het wapen: “een vlag in kobaltblauw met drie rechtopstaande meerbloemen in goud-geel”. Tien jaar later nam de gemeente een logo in gebruik, dat was gebaseerd op de meerbloemen. Het werd wel oneerbiedig “mattenklopper” genoemd. In 1991 paste het gemeentebestuur het logo aan en ook de vlag werd vernieuwd. Het wapen van de gemeente mag op gepaste wijze worden gebruikt door particulieren. Het gebruik van het logo is voorbehouden aan de gemeente Zoetermeer.
Ronald Grootveld, oktober 2005

Bronnen en literatuur
Stadsarchief Zoetermeer: Archief Gemeentebestuur Zoetermeer 1813-1939 nrs. 1774 en 1775 (akten van wapenverlening- en bevestiging 1937 en 1816)
Stadsarchief Zoetermeer: Archief Gemeentebestuur Zegwaart 1813-1935 nr. 1003 (akte van wapenbevestiging 1915)
Hoge Raad van Adel: dossier wapenbevestiging Zoetermeer 1815; registers uitgaande brieven 1915 nr. 14 en 1936 nr. 19.
Hoogheemraadschap van Rijnland: Archief Zoetermeerse of Nieuw Drooggemaakte polder (register landhuren 1784-1800)
Nationaal Archief: Archief Ministerie van Justitie, Verbalen afdeling Adelszaken 1915-1940 (2.09.22 nr. 16024)
Bakker, R. De Nederlandsche Stad- en dorpbeschrijver, deel VII Rhijnland, Amsterdam 1799