Stadsgeschiedenis 7. Vorderingen

Gedigitaliseerde versie van de publicatie Over de oorlog gesproken (1990)

(Uit: Over de oorlog gesproken, uitgave 1990)


Ze hebben nooit alles kunnen weghalen

[Een van de oorzaken van de schaarste is dat veel grondstoffen en producten worden gevorderd door de Duitsers. In de loop van de oorlog neemt de plundering van ons land toe en vanaf 1944 wordt Nederland totaal leeg geroofd; levensmiddelen, machines, transportmiddelen en textiel worden afgevoerd naar Duitsland.]

 ... Al spoedig trad een blikschaarste op, alsmede van suiker en andere grondstoffen (...) In de loop van `41 werd geen cacao meer toegewezen voor de chocomel. (...) Benzine was evenmin meer beschikbaar. (...) Later moesten vrachtauto`s onderduiken, om vordering door de Duitsers te voorkomen. (A.M. Ouwendijk)

 ... Zoals alles gevorderd werd op het laatst is ook bij Nutricia erg veel gevorderd. Maar ze hebben nooit alles kunnen weghalen, want het bedrijf was groot en had veel hoekjes en gaatjes. (...) Hoe ging dat in zijn werk ? Het was of "total surprise", ofwel het was min of meer bekend. Dan gingen ze met een schrijfmachine weg die men bewust had laten staan...` (E.J. van der Hagen)

 ... Mijn zoon Johan ging op mijn fiets een keer melk halen bij Jan Kalisvaart. Hij kwam een alleenlopende Duitser tegen en hoe Johan ook met zijn schoolduits praatte en wees op het plaatje van de LBD: de fiets werd hem afgepakt. Ik zie nog zijn bedremmelde gezicht toen hij lopende thuiskwam met de melk.

 In het laatst van de oorlog werd er veel geroofd door de moffen privé. Aan de zaak kwamen een keer een paar moffen; het bleken broers te zijn, die een vrachtauto kwamen vorderen. Er moesten op hun bevel een paar zijplanken op gemaakt worden. Ze zouden na een week terugkomen en plakten er een papier op met "Beslagnahmt für die Wehrmacht"! Toen ze terugkwamen en ik er met mijn Duits aan te pas moest komen, talmden ze en zeiden tenslotte dat ze hem "für ein Fass Butter" zouden laten staan. We hebben ze opgescheept met wat pakjes vet en margarine. (J. van Doornen)

 In het laatste  oorlogsjaar werden ook oneindig veel machines en werktuigen uit fabrieken "gevorderd" en naar Duitsland gebracht. Zo kwam in Zoetermeer de melkfabriek Zelandia (eigendom van Brinkers) aan de beurt. Deze melkfabriek stond reeds lang stil door alle distributiemaatregelen. Daardoor viel het oog van de bezetters ook op deze fabriek. Er kwamen Duitse ambtenaren en militairen kijken en het was raak! Ook kwamen er ambtenaren van een of ander Rijksbureau aan te pas. Deze waren wat wij noemden "goed" en die zijn er na lange onderhandelingen in geslaagd te bereiken, dat de machines aan Roemenie geleverd moesten worden in ruil voor graan. Een pracht transactie, waarvan niemand van ons geloofde dat hij door zou gaan. Toch kwamen er Duitse militairen als taxateurs en ze vonden in de fabriek een paar vaten benzine. Toen was de boot aan: hoe konden er vaten benzine in een stilstaande fabriek staan? (ze waren in werkelijkheid van de ondergrondse om direct bij de bevrijding voor onze auto's te dienen!)

 De morgen na deze ontdekking, waar ik bij geweest was, liep ik 's morgens op het trottoir langs het bureau van de marechaussee, toen een auto stopte waaruit dezelfde vorderaars stapten van de vorige dag. Ze zwaaiden met een machinepistool en pakten mij in mijn kraag en namen me mee naar binnen. Meer dan een uur heeft een officier mij "verhoord" en dreigde steeds maar met dat pistool: van wie die benzine was? Deze was zeker van de terroristen? Ik wist natuurlijk niet wat terroristen waren en verklaarde dat ik nooit meer in de stilstaande fabriek kwam. Ik ben nooit te weten gekomen of ze andere inlichtingen hadden, maar ze vertrouwden mij blijkbaar niet. Tenslotte (en dat is mij ingegeven, heb ik altijd gezegd) zei ik in het Hollands: "Als ik hier iets mee te maken had, zou ik dan hier vanmorgen zomaar gelopen hebben?" Hij vroeg wat ik anders gedaan zou hebben en ik antwoordde dat ik dan ondergedoken zou zijn, als hij wist wat dat betekende. Hij keek mij heel lang vreemd aan en zei toen: "Sie haben recht" en ik mocht gaan. Wat een opluchting!

 Nog even in dit verband het volgende:

Iemand uit Scheveningen had opdracht gekregen de machines te slopen. Er kwam een man om hierover te praten. Ik polste in welke partij de man zat en mij bleek al gauw dat hij er weinig voor voelde en het alleen deed om wat te verdienen om zodoende aan eten te komen. Hij vroeg of er nog wat groente te krijgen was in Zoetermeer. Ik ben toen met hem naar de Rokkeveen gegaan naar een boer met een land met spruitjes. De plukkers waren juist opgehouden maar als die man zelf wilde plukken dan mocht dat wel. Nog zie ik hem het land instappen, nota bene met lakschoenen aan. En toen wist ik genoeg! Ik heb hem met wat "geldelijke voorschotten" en wat eten enkele weken aan het lijntje weten te houden. Er is geen machine gesloopt. (J. van Doornen)