Interviews Jan van der Wolf

In gesprek met Jan van der Wolf (2005)

Weet u wie die jongen was?

Missing in Action is het door het genootschap uitgegeven boek, waarin de verhalen worden verteld over twee Amerikaanse bommenwerpers die resp. in Zoetermeer en in Zoeterwoude zijn neergekomen. Kort na de verschijning in april werd de samensteller opgebeld door ene heer Van der Wolf met de vraag of hij wist wie die jongen was. Hij verwees naar het onderstaande citaat van de heer Niek Nieuwenhuijsen:

“Vanmorgen (30 juli 1943) werden we opgeschrikt, doordat er een Amerikaansche bommenwerper was neergekomen. Natuurlijk ontzettend veel mensen er naar toe. Trouwens de hele dag door. ’t Leek wel een bedevaart. Vanavond kwam het bericht door, dat er twee Canadezen (later bleken dit Amerikanen te zijn) gevangen genomen waren. Eén ervan was gewond. In ’t dorp gaf deze kwestie veel opschudding. De Duitsers waren woest, omdat diverse mensen gingen zwaaien en lachen tegen deze twee piloten. Eén jongen hebben ze in de bus getrapt, afgeranseld met z’n drieën en toen in Voorburg eruit gegooid.

Hij moest z’n naam opgeven. (’t was geen Zoetermeerdenaar). De mensen zijn bang dat deze kwestie straf uit zal lokken. Alzoo was dit een dag vol sensatie. ’t Was in deze oorlog nog niet eerder gebeurd, dat een vliegtuig in Zoetermeer was geland”.

 Ik was die jongen!

De heer Van der Wolf liet ons niet lang in het vage en hij vertelde dat hij die jongen was. “Op die 30e juli 1943 ben ik in Zoetermeer terechtgekomen met de trein uit Gouda. Wij verkochten aan het station bonnen. Etensbonnen, aardappelbonnen, broodbonnen enzovoort aan mensen uit Den Haag die hier in Zoetermeer kwamen kijken of ze eten konden krijgen bij de boeren. Toen wij van dat vliegtuigongeluk hoorden, zijn we Zoetermeer zelf ingegaan. Dat waren nog drie jongens, waar ik mee handelde. Vrienden, bekenden uit Boskoop. Die jongens zijn meegegaan. We stonden hier in de Dorpsstraat te kijken naar de bus waar Amerikaanse vliegers in werden gezet. Wij stonden vooraan, ik liep naar de bus toe, ik tikte tegen het raam, terwijl die bus ging rijden en zwaaide naar die Amerikanen”.

 Angstige momenten

“De bus stopte abrupt, de mensen begrepen en ik ook wel, dat er iets bijzonders zou gebeuren. Ik vloog samen met mijn vrienden en andere mensen het café binnen en een paar Duitsers pikten mij er gelijk uit, waarschijnlijk omdat ik tegen het raam had getikt. Ik werd in de bus gezet en ik zat vlak naast een Amerikaanse vlieger. Ik zat wel met een groot probleem. Ik heb al verteld dat ik in bonnen handelde en als ze je pakten met bonnen in je zak, dan was je een zwarthandelaar en dan ging je naar Vught, dat wisten wij. Ik was erg jong natuurlijk, 17 jaar en ik zat in die bus en ik dacht nu moet ik naar Scheveningen, ik begreep dat ze naar Scheveningen werden gebracht. Er zaten een stuk of zes Duitsers in de bus, met de chauffeur meegerekend.

Ik keek eerst nog of de kussens los waren, maar dat was niet zo. Ik kon de bonnen wel aan de zijkant verstoppen, want ik moest ze wel kwijt. Ik had handenvol bonnen. Ze hadden me gelukkig van tevoren niet gefouilleerd. Alleen mijn persoonsbewijs hebben ze nagekeken en alles genoteerd.

Op een gegeven moment werd tegen de chauffeur gezegd dat hij moest stoppen. Dat was vlak bij de brug naar Voorburg. Daar hebben ze mij dus beetgepakt, ik heb een paar schoppen gehad, een klap om mijn oren, dat is het enige wat ik nog weet. De bus was bijna tot stilstand gekomen, de deur ging open en ze gooiden me de weg op. Dus ik lag aan de kant van de straat, maar ik was blij, ik dacht daar ben ik goed van afgekomen. Tezelfder tijd reed er een wagen van Nutricia aan de andere kant naar Zoetermeer toe. Die chauffeur zag het gebeuren en hij stopte aan de kant van de weg. Ik ben over de heining heen geklommen, wat ik me ervan herinner en ben in die auto gestapt. Dat was een vrachtwagen van Nutricia, die reed naar ik dacht op een generator, niet op benzine maar op een generator.

 Op rapport bij de Ortskommandant

Mijn papieren waren nagekeken, zoals ik al zei, en ik moest me melden in Boskoop bij de commandant van de Wehrmacht. Ik kwam er volgens hem goed vanaf, maar ik werd wel verplicht tewerkgesteld bij een fabriek in Waddinxveen. Dat was een fabriek waar in die tijd onderdelen werden gemaakt voor de V 1 en de V 2. Daar heb ik denk ik een halfjaartje, nog niet eens, gewerkt toen ik sabotage pleegde, meer uit lol dan uit echt bewust sabotage plegen, maar ik ben gesnapt, heb een week in Gouda bij de SD gezeten, ben losgelaten en kon weer naar huis gaan.

Alle interviews