Interviews Wim van Spaendonck

Wie was wachtmeester Van Spaendonck? (2001)

E.W. van den Burg

Bij het samenstellen van het boek: 'Dorp in Oorlog', nu een jaar geleden, kwamen we een aantal malen de naam Van Spaendonck tegen. Aan de volgende Zoetermeerders, Dirk Keijzer, Rokus Klos en Joop Moers werd de vraag gesteld of die naam voor hen iets betekende en met meer dan zestig jaar ertussen was het frappant dat zij zich alle drie de bewuste persoon heel goed konden herinneren. Wij kregen een aantal bijzonderheden te horen. Van Spaendonck was hier in Zoetermeer tijdens de mobilisatie en de oorlogsdagen in mei 1940; hij was meer dan een gewoon soldaat. Hij droeg een buitenmodel uniform, hij kwam uit Tilburg en hij was van een gegoede familie die daar een wollenstoffenfabriek had. Bij de familie Keijzer in de Molenstraat heeft hij menigmaal 's avonds koffie gedronken. Voor de werkgroep Sprekend Verleden leek de heer Van Spaendonck een interessante man om een gesprek mee te hebben. En we zijn naar hem op zoek gegaan.

Al spoedig bleek dat betrokkene niet meer in leven is, maar we kwamen wel op het spoor van zijn zoon E.L.W.C.M. (Ed ) van Spaendonck uit Nijmegen en die had een verrassing voor ons. Wat bleek? Wachtmeester W.C.A.M. (Wim) van Spaendonck heeft een dagboek bijgehouden, voorzien van foto's en de werkgroep Sprekend Verleden heeft dit ten behoeve van de geschiedschrijving ter inzage gekregen. Het dagboek brengt ons terug naar de periode van mobilisatie en de oorlogsdagen van 1940 in Zoetermeer. We moeten ons wel realiseren dat de informatie in het dagboek geschreven is uit directe waarneming en dat sommige feiten en omstandigheden pas vele jaren later bekend zijn geworden. Daarom leek het ons goed om een en ander aan te vullen met gegevens over die periode die minder of tot nu geheel onbekend waren.

Het dagboek

Voor Nederland was de vóórmobilisatie op vrijdag 25 augustus 1939. Verschillende Zoetermeerders ontvingen een oproep voor opkomst in militaire dienst. Ook Wim Van Spaendonck uit Tilburg, die aan het begin van dat jaar een eigen fabriek was begonnen, ontkwam daar niet aan. Hij was net één dag terug van een vakantie in Frankrijk en hoorde het over de radio in de fabriek. Het uniform werd tevoorschijn gehaald, maar dat bleek inmiddels veel te krap. "Ik barst eruit!"

25 augustus 1939

Zo meld ik mij dan op de eerste mobilisatiedag in Utrecht. Met mij komt een aantal sergeants op van de Genie, want ik ben als enige wachtmeester ingedeeld bij de 1e VERLICHTINGSAFDELING. Dat zijn kleine zoeklichten, die schijnen moeten, doordat twee geniesoldaten aan weerszijden eraan draaien.

Maandag 28 augustus 1939

"Telegram-C", dus Algemene Mobilisatie! Er komen bij ons volop manschappen op. Plus nog enige sergeanten van de Genie en tien man Artilleristen, die onder mijn commando komen. Deze afdeling blijkt te beschikken over min of meer lachwekkende zoeklichten, die ieder door twee paarden getrokken worden! Vandaar die artilleristen.

Vrijdag 1 september 1939

Om 5 uur 's morgens "model" bepakt en uitgerukt naar Rietveld, een dorpje vlak bij Bodegraven en Woerden.

Dinsdag 10 oktober 1939

Om vijf uur Reveille! Na een droef en hartelijk afscheid van vele vrienden in Rietveld marcheren wij al om zes uur, voorop de Genie te voet, dan de gekke zoeklichtwagentjes en ik, als enige prinsheerlijk boven op mijn paard, een mooie vos! Wij leggen de dertig kilometer af in ruim drie uur! Toen waren wij in Zoetermeer, waar de paarden werden ondergebracht in een boerderij. De manschappen werden ingekwartierd in het Spaarbankgebouw.

Dinsdag 31 oktober 1939

Ik krijg voortaan drie dagen per week 'zakenverlof'!

Maandag 18 december 1939

Vandaag verjaar ik. Ik word 26!

Donderdag 28 december 1939

Vandaag kreeg 'Triborgh' de eerste militaire order. Grijs uniformlaken. 50.000 meter (en er is 1 gulden per meter op verdiend!) Héérlijk!

De oorlogsdreiging is niet onvoordelig voor de fabriek in Tilburg. Er volgen nog enkele bestellingen, waarvan de laatste op 7 mei 1940 tot in totaal 80.000 meter stof.

Woensdag 3 januari 1940

Het is feest in Tilburg, want de wollenstoffenfabriek Triborgh bestaat één jaar. Wim van Spaendonck krijgt daarvoor verlof en spreekt als directeur het personeel toe.

Sinds 1 maart woon ik, samen met sergeant-majoor Dijkgraaf bij "Toon" in Zoetermeer!  (bedoeld wordt de heer A. (Toon) van Fraassen)

Donderdag 9 mei 1940

Er heerst een opgewonden, soort "oorlogsstemming". De verloven zijn ingetrokken en ik vraag Nietje telefonisch om de Pinksterdagen hier in Zoetermeer door te brengen, mèt de kinderen. Zij blijft echter thuis. Met mijn inmiddels nieuwe commandant, mijn neef ingenieur Gerard van Loon, uit Steenbergen, de hele nacht patrouille gereden op zoek naar "lichtkogels" enzovoort. Op alle grote autowegen zijn, om de vijftig meter, auto's geparkeerd, om vliegtuigen te beletten, op autowegen te landen! Om 's nachts half vier waren wij terug bij TOON VAN FRAASSEN in het café "Ons Genoegen", en wij hebben ons tegoed gedaan aan port! En toen zijn we gaan slapen ....

Vrijdag 10 mei 1940

Om vier uur 's morgens begon voor ons de OORLOG!!!

Tientallen Duitse vliegtuigen, waarop wij, onervarenen schoten met onze karabijnen! Wij hadden namelijk ieder 10 scherpe patronen ontvangen! Om half vijf zat de eerste Duitse krijgsgevangene, een officier, op het bureau van Kapitein Gerard van Loon. Met vrachtauto's van Nutricia zijn wij vervoerd naar een landingsterrein van de Duitsers in BERKEL-RODENRIJS. Het terrein bleek van een N.S.B.'er te zijn en de Duitsers hadden het zich heel gemakkelijk gemaakt en goed ingegraven!

Ons floten de kogels letterlijk om de oren! En wij hadden NIETS, behalve de 10 scherpe patronen! Kregen ook de hele dag geen eten of drinken. Wij lagen zonder dekking met onze neus op de wei!! Af en toe schoten, waarschijnlijk voor de lol, de Duitsers eens met hun (oergevaarlijke) mortieren! 's Avonds gaf de hele troep, zeker 200 man, zich over!! ALLES hadden ze bij zich, zelfs paarden met patronenwagentjes en alle gereedschap om die paarden te onderhouden (tot "hoevenkrabbers toe"!!) Een grote afdeling Huzaren-te-fiets, nam de krijgsgevangenen mee naar Den Haag. Wij keerden terug naar ons logies in Zoetermeer, waar Toon en Cor ons nog opwachtten met warme gehaktballen!!

Zaterdag 11 mei 1940

In volle wapenrusting ga ik naar de Katholieke Kerk van Zoetermeer om te biechten, vóórdat ik mij weer moet storten in het oorlogsgeweld!! Dat is het zogenaamde "kleppen opschuren"! Mijn taak bestond vandaag in het (zeer onplezierige!) ophalen van gesneuvelde Nederlandse soldaten. Er waren er bij, die vreselijk verminkt waren. Volkomen kapot van alles wat ik vandaag gezien heb, terug naar Toon en Cor.

Zondag 12 mei 1940

Wàt een 1e Pinksterdag! Natuurlijk niet naar de kerk, maar weer op oorlogspad! Neergeschoten vliegtuig onderzoeken in Valkenburg. Verder geschoten op parachutisten enzovoort. Het oorlogsbedrijf is vermoeiend en wonderlijk genoeg sliepen wij heel gewoon in ons eigen bed bij Toon en Cor.

Maandag 13 mei 1940

Wéér een stralende zonovergoten dag: Tweede Pinksterdag! Wij moeten een barricade bouwen, om, ach-arme, TANKS tégen te houden. Bij de windmolen in de Dorpsstraat van Zoetermeer (bedoeld is de Stationsstraat). Wij vestigen een soort commandopost in de molen! Wàt zullen de Duitsers lachen als ze deze povere verdedigingswerken te zien krijgen! Ook moest ik, met twee gewapende soldaten, in Zoetermeer een paar bekende N.S.B.'ers ophalen en gevangen zetten!!

Dinsdag 14 mei 1940

Uit de verte, staande op de grote rijksweg Utrecht-Den Haag, zien wij het bombardement van Rotterdam. NEDERLAND CAPITULEERT.

's Avonds met zes sergeanten van de Genie per fiets naar Rotterdam, 13 kilometer, om de gehéél brandende stad te zien. Een òngelooflijk, een ònheilspellend gezicht!

Donderdag 16 mei 1940

Het eerste contact met de Duitsers. Het eerste zien van het gewèldige Duitse Leger! Achteraf om bang van te worden!! Wij zijn krijgsgevangenen en geconsigneerd in Zoetermeer. Deze toestand van krijgsgevangene duurt voort tot:

Zaterdag 25 mei 1940

Ik heb nu 'Groot-Verlof', ik moet alle wapens inleveren".

Wim van Spaendonck wordt op 20 april 1945 beëdigd als Reserve Kapitein en wordt op 19 juni 1945 ingedeeld bij de Staf Militair Gezag. Het dagboek wordt na de oorlog voortgezet en op 19 november 1947 vermeldde hij:

"TOON en Cor van Fraassen zijn hier op bezoek geweest! Zéér gezellig".

En op 3 december 1947:

"Aan een honderdtal lieden is heden op het Paleis-Raadhuis door Burgemeester BECHT, in presentie van een hoge officier van het Ministerie van Oorlog, de DECORATIE uitgereikt: "NEDERLAND MEI 1940" met de gesp, voor bijzondere krijgsverrichtingen!!"

We hebben wachtmeester Van Spaendonck nu wat beter leren kennen en zoals beloofd volgen nog enkele aanvullingen:

In diverse publicaties wordt gesproken over de gevechten in de Noordpolder in Berkel, waar Van Spaendonck op 10 mei 1940 ook direct bij betrokken was. Hemelsbreed was het gevechtsterrein slechts enkele kilometers verwijderd van Zoetermeers grondgebied. Met toestemming van de auteur mogen wij citeren uit het boek 'De Slag om de Residentie 1940'.

"Het hevigst is gevochten in de Noordpolder, ongeveer twee kilometer ten noordwesten van Bleiswijk. Daar landden vijf transportvliegtuigen, waarvan er even later drie weer konden opstijgen. De vijand verschanste zich ter plaatse en wist met behulp van zware mitrailleurs en een mortier de eerste naderingspoging van een afdeling verlichtingstroepen af te slaan. Het Duitse vuur maakte het volkomen vlakke terrein bijna ondoorschrijdbaar, ook toen pontonniers en een peloton huzaren ter versterking aankwamen. Tot laat in de avond duurde het gevecht voort. Later namen rekruten van het Depot Wielrijders uit Gouda eveneens aan de strijd deel, waardoor de vijand tenslotte door een allegaartje van troepen omsingeld kon worden. Vaandrig Van der Brugge kenschetste het als volgt:

"De militairen die bij mij waren, waren geoefend en zeer fel. De hoofdmacht bestond voornamelijk uit ongeoefende soldaten. Er waren onder andere cavaleristen bij uit het remonte-depot, die niet eens wisten hoe ze een geweer moesten gebruiken.Toen een compagnie van het wielrijdersdepot een beslissende aanval dreigde uit te voeren, capituleerden de Duitsers. Er waren 47 man krijgsgevangen gemaakt, onder wie één officier en vijf onderofficieren, terwijl een grote buit aan wapens en munitie in Nederlandse handen viel. De achtergebleven transporttoestellen werden eerst op de 12e mei aan een grondig onderzoek onderworpen. Dat was niet overbodig, want men trof nog twee stukken infanteriegeschut aan, die onmiddellijk op sleeptouw werden genomen". Einde citaat.

Op 10 mei 1940 waren in Zoetermeer gelegerd:

- De 1e Verlichtings Afdeling. Commandant was de reserve Kapitein der Genie Ir. G. van Loon. De afdeling kon worden ingezet voor gevechtsverlichting. Militairen van deze afdeling namen deel aan de actie tegen de vijand in de Noordpolder in Berkel en werden ingezet tegen elders gelande vliegtuigen. Kapitein van Loon ontving voor zijn 'moedig of beleidvol optreden tegenover de vijand' het Bronzen Kruis 1940.

- De1e Ziekenstal Afdeling. Commandant was de paardenarts 1e klasse Dr. C. Brands. De afdeling had de zorg voor zieke of gewonde paarden.

Deze onderdelen behoorden tot de zogenaamde legerkorpstroepen van het 1e Legerkorps. Uit het gevechtsbericht van Dr. Brands van 5 juni 1940:

"Door de bijzondere gevechtsomstandigheden was het ons niet mogelijk onze eigenlijke taak van in bedrijf zijnde Veldziekenstal te vervullen. De aanwezige patiënten zijn weliswaar goed verzorgd en behandeld, maar nieuwe konden niet meer worden opgehaald. Op den 13e Mei verscheen onverwacht te Zoetermeer het IIIe Bataljon van 12 R.I., waarvan een Compagnie werd gelegerd in en om den Veldziekenstal. Verdedigingswerken werden aangebracht zoodanig, dat een langer verblijf van de Veldziekenstal  ter plaatse onmogelijk was en wij den Commandant van het 1e Legerkorps  hebben verzocht een andere standplaats aan te wijzen. Ingevolge telefonische opdracht is de Veldziekenstal op den 14e Mei om 17.00 uur verplaatst naar de Oude Alexanderkazerne te 's-Gravenhage".

Bij de gevechten in de Noordpolder zijn aan beide zijden gewonden en doden gevallen. Aan Nederlandse zijde sneuvelden Jan Baas uit Bunschoten, dienstplichtig huzaar bij het 1e Regiment Huzaren-Motorrijders, geboren 26 januari 1912 te Bunschoten en Willem Petrus Marie Theunissen uit Maastricht, dienstplichtig soldaat bij het Depot Wielrijders, geboren 26 augustus 1920 te Maastricht. Zij werden eerst begraven in Bleiswijk en kregen later een herbegrafenis in hun woonplaats. Aan Duitse zijde sneuvelde onderofficier Herbert Pförtner van 4/Kampfgruppe zur besonderen Verwendung12 (transportvliegtuigen), geboren 2 januari 1913 te Merseburg. Aanvankelijk begraven in een veldgraf en later herbegraven te Ysselsteyn (Limburg), vak BW, graf 220.

In zijn boek: 'Op 5 mei ben ik opnieuw geboren' schrijft Leo Bolleboom daarover het volgende:

"Voor de piloot van de Junkers kwam alle redding te laat. Dokter Hoogerbrugge kon dan ook slechts de dood constateren, toen hij bij het vliegtuigwrak was aangekomen. Voor zijn Führer moest hij een verschrikkelijke dood zijn gestorven. Toen Jan van der Voort en Glijn Keyzerwaard de andere dag van de gemeente (Berkel) opdracht kregen om de piloot bij het vliegtuig te begraven, vonden zij een stoffelijk overschot dat totaal verbrand was".

De Duitsers in de Noordpolder behoorden tot de 13e Compagnie Infanteriegeschut (7,5 cm) van het (Luchtlandings) Infanterie Regiment 65, behorend tot de 22e Luchtlandingsdivisie. Andere delen van deze compagnie landden op de autoweg ten zuiden van Delft.

 

Bronnen:

Dagboek W.C.A.M. van Spaendonck 'De Slag om de Residentie 1940' door E.H. Brongers, Luitenant-Kolonel b.d. 'Op 5 mei ben ik opnieuw geboren' door Leo Bolleboom  Algemeen Rijksarchief, Sectie Militaire Geschiedenis. Verder werd gebruik gemaakt van informatie, verstrekt door de heren E.H. Brongers en E.L.W.C.M. van Spaendonck. Laatstgenoemde bezocht als kind met zijn moeder en zusje tijdens de mobilisatie enige malen zijn vader die was ingekwartierd  bij Toon van Fraassen. Het was de samensteller van dit artikel een bijzonder genoegen om de heer Ed van Spaendonck in het najaar van vorig jaar naar de plaatsen te brengen waar zijn vader de nodige voetstappen had liggen en vooral naar de plaats in de Noordpolder van Berkel waar op 10 mei 1940 hevig gevochten is.

Alle interviews